Azie kan grofweg worden verdeeld in een vochtige moessongordel in Zuid-, Zuidoost en Oost Azie en een aride tot semi-aride strook in Centraal-Azie. In de zomers waait de moesson naar het noorden, tot aan de kustlijn; in de winter waait hij juist naar het zuiden. In sommige Oost-Aziatische landen valt er tijdens beide moessons (veel) regen. De Himalaya en de aangrenzende bergketens zorgen ervoor dat in delen van Zuid- en Zuidoost-Azie vooral in de zomer regen valt. In Zuid- en Zuidoost-Azie overheerst een heet en vochtig klimaat, terwijl in het noorden (de Himalaya en de bergketens in Centraal-Azie) een koud klimaat heeft en sneeuwval kent in de winters. In het hoogland van Tibet heerst een extreem koud klimaat. Ooit waren grote delen van Zuid- en Zuidoost-Azie bedekt met tropische regenwouden. Door de bosbouw en landbouw zijn ze grotendeels verdwenen en wordt de rijkdom aan planten- en dierensoorten in deze bossen bedreigd.

Delen van subtropisch Oost-Azie zijn bedekt met altijd groene loofbossen. Verder naar het noorden, in gebieden met koele, gematigde klimaten, vinden we bossen die hun bladeren verliezen en in gebieden met koude winters treffen we arctische bossen aan. Het Hoogland van Tibet is een toendra, waar bijna geen bomen groeien – slechts mossen, grassen, korstmossen en kleine struiken. Het regenschaduwgebied waar weinig regen valt, is bedekt met grasland: Het Hoogland van Dekan in India en Korat in Thailand zijn bedekt met tropisch grasland en in de semi-arida delen van Centraal-Azie zijn steppen. Centraal-Azie is grotendeels aride tot semi-aride, met warme zomers en winters waar de temperatuur onder het vriespunt komt. Hier ligt de Gobi-woestijn – de koudste en droogste woestijn ter wereld.

Azie, het grootste continent, heeft een oppervlakte van 43,6 miljoen km2 en beslaat ongeveer 1/3 van het totale aardoppervlak. Het Oeralgebergte en de rivier de Oeral, de Kaspische Zee, de Zwarte Zee en de Dardanellen scheiden Europa van Azie. De Rode Zee en het Suezkanaal scheiden Azie van Afrika; Indonesie vormt de zuidoostelijke grens van Azie.

Geologisch is Azie een zeer actief continent. Grote delen zijn bedekt met bergketens en vulkaangebieden: de hoogste bergketen ter wereld, de Himalaya, de vulkanen van Indonesie en die van Japan en de Filipijnen. Op het Indische en Arabische schiereiland en in Siberie liggen enkele van de oudste formaties. In het midden van Azie wisselen bergketens en hoog- en laagvlakten elkaar af. 's Werelds hoogstgelegen hoogvlakte, het Hoogland van Tibet (gemiddeld 4000 meter hoog), wordt in het zuiden begrensd door de Himalaya, in het noorden door het Kunlungebergte en in het westen door het Karakoramgebergte. Verder naar het noorden liggen het Tarimbekken en het Junggarbekken bijna op zeeniveau, terwijl het laagland van Turfan 142 meter onder de zeespiegel ligt. Ontelbare stromen en 19 grote rivieren, die in lengte varieren van 2500 tot 5500 km, doorkruizen Azie: onder andere de Jangtsekiang en de Huang He in China, de Indus en de Ganges in India en de Mekong in Indochina.